Het zien van een bekering van de islam en het aanbidden van de almachtige God en het aanbidden van vuur en dergelijke

Wie ziet dat hij zich van de islam heeft bekeerd tot een van de valse religies, dan begaat hij zonden, en er werd gezegd: vernedering en minachting, en wie ziet dat hij het vuur aanbidt, dan wordt hij verzocht met de sultan, en als het vuur is slapend dan zoekt hij verboden geld en wie ziet dat hij een houten afgod aanbidt, dan benadert hij een valse man naar een goddeloze man. Zilver, het komt voor een vrouw in iets dat niet gepast is, en als het van goud is, dan nadert hij iets dat hij haat, en het zal hem daardoor schaden, en als het van koper, ijzer, lood of zoiets is. op die manier benadert hij het verzoek van de wereld, en als het van steen is, dan benadert hij een hardvochtige man. Van aardewerk en dergelijke komt het dichter bij iemand die geen voordeel heeft. En in de zin is het zien van afgoden niet prijzenswaardig