Er werd gezegd dat Al-Qaqaa een schuld had van tienduizend dirham, en hij was overweldigd, en hij zag zijn vader in zijn slaap ter ere van een baken die God prees en juichte, en toen hij hem zag, riep hij hem en werd wakker. en hij vroeg degene die hem overstak, en hij zei dat de vuurtoren een hoogte en een lift is die je vader treft . Hij zei dat mijn vader dood is, de oversteek zei: Bent u niet zijn zoon? Hij zei ja . Misschien zult u een geleerde of een prins zijn, en wat zijn lof betreft, u bent in verdriet en verdriet, en de Almachtige God zal hem van u verlossen, omdat de Almachtige God zei : ‘ Dus in de duisternis riep Hij dat er geen god is dan Je verheerlijkt je, want ik was een van de boosdoeners . ~ Het duurde maar even toen een man zijn hand pakte en tegen hem zei: Bent u de Qaqaa? Dus hij zei tegen zichzelf: dit is niets anders dan een luitenant-tegenstander, dus Saadana vertelde hem een zieke vrouw en ze raadde aan je uit te nodigen, zei hij, dus ging hij met hem mee, en er was een groep sjeiks en een geschreven boek dat Saadana verdiende een derde van haar geld aan al-Qaqaa, en ze raadde hem een derde van haar geld aan en stierf na drie dagen .