Interpretatie van het paradijs, zijn schatkamer, zijn sfeer en zijn paleizen …  

In het paradijs, zijn schatkamer, zijn pleinen, zijn paleizen, zijn rivieren en zijn vruchten, vertelde Al-Walid bin Ahmed de prediker ons, hij zei dat Ibn Abi Hatim ons vertelde, hij zei dat Muhammad bin Yahya al-Wasiti ons vertelde, hij zei Muhammad bin al-Hussein al-Barjalani vertelde ons, hij zei dat Bishr bin Omar al-Zahrani Abu Muhammad ons vertelde, hij zei dat Hammad bin Zaid ons vertelde, op gezag van Hisham Bin Hassan, op gezag van Hafsa bint Rashid, zei : Marwan al-Mahlami was onze buurman, en hij was een ijverig monster, dus hij stierf, dus ik vond hem een ​​zeer sterke man, dus ik zag hem zoals hij de slaper zag, dus ik zei, O Abu Abdullah, wat deed jouw Heer aan jou? Hij bracht me naar de hemel. Ze zei : ik zei, wat dan? Zeide hij, ging toen naar de rechtshandigen, ze zei : ik zei, wat dan? Hij zei, toen hief je het op tot die dichtbij, ik zei: Wie heb je gezien van je broers? Hij zei: ik zag Al-Hassan, Ibn Sirin en Maimouna . Hammad zei, Hisham bin Hassan zei, Umm Abdullah sprak tot mij, en het was de keuze van de vrouwen van Basra. Ze zei dat ik in mijn slaap zag alsof ik een goed huis binnenging, toen ging ik een tuin binnen, en ik zag van de goedheid wat God wilde, dus als ik een man ben die leunt op een bed van goud en eromheen en in hun handen Al-Akarib, zei ze, ~Ik sta versteld van wat ik zie, zo goed als hij kwam, en werd hem dit verteld?~ Hij zei dit, Marwan Al-Mahlami kwam en ging op zijn bed zitten, zei ze, dus ik werd wakker uit mijn slaap, dus als Marwans begrafenis dat uur voor mij voorbij was . Abu Al-Hussein Abdel-Wahhab bin Jaafar Al-Midani vertelde ons in Damascus, hij zei dat Ali bin Ahmed Al-Bazar ons vertelde, hij zei: ik hoorde Ibrahim bin Al-Sirri Al-Mughalis zeggen : ik hoorde mijn vader zeggen : ik was op een dag alleen in mijn moskee nadat we ‘s middags hadden gebeden, en ik had een kegel water gezet om het af te koelen voor mijn ontbijt in de nis van de moskee. Dus mijn ogen vielen in slaap en ik zag alsof een groep populieren al-Ain de moskee was binnengekomen, klappend in de handen, dus ik zei tegen een van hen : Wie ben jij? Ze zei tegen Thabit al-Banani, dus ik zei tegen de ander : En jij? Ze zei tegen Abd al-Rahman bin Zaid, en ik zei tegen de ander : En jij zei tegen de drempel, en ik zei tegen de ander : En jij? Ze zei tegen Farqad, totdat je één bleef, dus ik zei : Voor wie ben je? En ze zei tegen degenen die het water niet koelen om zijn vasten te verbreken . Dus ik vertelde haar, als ik eerlijk was, laat dan de kegel achter, en de kegel draaide zich om en viel uit de nis, en ik merkte op uit mijn droom om de kegel te breken .