En wie ziet alsof hij een schaal met goud, een kruik of een mok heeft geraakt en een knoopsgat heeft, dan is hij een bediende die het koopt, of een vrouw die met haar trouwt, of een dienstmeisje met een slechte moraal . Sommigen van hen zeiden : Wie ziet alsof hij gebruiksvoorwerpen van goud en zilver gebruikt, begaat zonden, en wat hij daarvan ziet voor de doden, de soennieten, is goed nieuws, want de Almachtige God zegt : ‘ Ze zijn omgeven door platen van goud en bekers . ~