Als hij tegen zonsondergang bidt, wijst hij op de slechtheid van zijn leer en zijn moed voor zonden, want het is de kus van de joden, en zij durfden op hun sabbatten naar de walvissen te kijken.
Als hij tegen zonsondergang bidt, wijst hij op de slechtheid van zijn leer en zijn moed voor zonden, want het is de kus van de joden, en zij durfden op hun sabbatten naar de walvissen te kijken.