Zien de mensen van de hemel of de mensen van de hel visioenen of dromen ze?

Zien de mensen van de hemel of de mensen van de hel visioenen of dromen ze? Deze kwestie is een van de kwesties waar ik veel over ben gestopt, en na een lang onderzoek naar de kenmerken van de mensen van het paradijs en de mensen van de hel, zeg ik : het paradijs is de verblijfplaats van zegen en wat voor vriendelijkheid, God Almachtige zegt in de goddelijke hadith, overgeleverd door Bukhari in het Boek van het Paradijs en de beschrijving van zijn gelukzaligheid door Abu Hurairah, moge God tevreden met hem zijn : [ Ik heb voor Mijn rechtvaardige dienaren voorbereid wat geen oog zag, geen oor hoorde en geen menselijk hart riskeert ]. Volgens wat ze noemde, zeggende: vrede zij met hem over hen, zoals ook vermeld in Bukhari, in dezelfde positie de eerste : […….. niet urineren, noch poepen, noch Imitkhton, noch Atvlon, Omchathm goud, musk genomineerd, en Mjamram Aloë En hun echtgenoten al-hoor al-ayn, hun moraal over de schepping van één man, naar het beeld van hun vader Adam, zestig el in de lucht ]. Deze gelukzaligheid is eeuwig, en het vuur is ook de verblijfplaats van eeuwige ellende. Al-Sahih heeft ook bewezen wat Al-Bukhari overleverde door Abu Saeed, die zei : De Boodschapper van God, moge Gods gebeden en vrede met hem zijn, zei : […. O mensen van het Paradijs ! Onsterfelijkheid, er is geen dood, o mensen van de hel ! Onsterfelijkheid is geen dood ]. Slapen is een van de kenmerken van tekortkomingen in het recht van de mensen van het Paradijs, en het kwam in de hadith via Abu Huraira met een ketting van overdracht : [ Slapen is de broer van de dood, en de mensen van het Paradijs slapen niet. ] Deze hadith werd gecorrigeerd door Al-Al-Albani, moge God hem genadig zijn, in Al-Silsilah Al-Sahihah, J / 1 p. : 74 H : 1087 Het is ook in tegenspraak met de eeuwige kwelling van de mensen van de hel, omdat ze willen dat God hen zou verlossen van hun kwelling, maar ze hebben niets dan verdriet, zoals de Almachtige over hen zei. [En waarschuw hen op de dag van liefdesverdriet, aangezien de zaak voorbij is terwijl ze nalatig zijn en ze niet geloven ] Maryam : 39.