Wat is de reden voor zoveel uitdrukkingen waarin wordt aangedrongen op de namen van degenen die in het visioen reageren?

Wat is de reden voor zoveel uitdrukkingen die erop aandringen de namen te kennen van degenen die in het visioen reageren? Dit is een belangrijke vraag, die ook met de vraagsteller te maken heeft. Omdat sommige vragenstellers zich misschien schamen als ze naar namen vragen, en ik weet niet waarom deze verlegenheid en de kwestie niets meer is dan een droom? In termen van de reden, is de reden voor de vraag van de sprekers relevant voor de relatie van het antwoord op de uitdrukking, aangezien de namen een verband hebben en een negatieve of positieve invloed hebben op de uitdrukking van de visie, en de boodschapper, moge God gebeden en vrede zij met hem, hield van optimisme over de betekenis van sommige namen in werkelijkheid, maar hij gaf opdracht om sommige namen te veranderen in andere met een betere betekenis en betekenis, en dit werd genoemd vanuit authentieke manieren van hem, moge God hem zegenen en toestaan hem vrede, en in termen van expressie, hij, vrede en zegeningen zij met hem, rapporteerde een zwakke keten van overlevering in de Sunnah van Ibn Majah met zijn ketting van overdracht op gezag van Anas ibn Malik zei : Hij , vrede en zegeningen zij op hem, zei : ((Ze beschouwden ze bij hun namen, en ze maakten ze naar hun betekenis, en het visioen voor de eerste voorbijgaande )) Ibn Majah vertelde het in het boek ‘De visie van het visioen’ hoofdstuk over wat het visioen drukt uit en wat wordt er bedoeld met te zeggen : ze worden beschouwd met hun namen, dat wil zeggen om hun interpretatie af te leiden van de namen die in het visioen worden genoemd. Moe, dan begint hij moe te worden, of hij ziet een Westen, dan beschouwt hij de immorele man om hem in de h’adieth te noemen, enzovoort . Wat wordt bedoeld met te zeggen : (( Kanawha Pkinaha )) , die haar een voorbeeld gaf als via Tamoha, is afgeleid van het gezegde : Knyt erover en Knut hem als een over iemand anders schrijft, en deze hadith noemde de geleerde Shaykh al – Albaani Almachtige God ‘s genade in een zwakke Sunan Ibn Majah [ r 315_ h 849] en hij gesymboliseerd door te zeggen : zwakke en Sjeik Muhammad Fu’ad Abd al-Baqi – Muhaqqiq van Sunan Ibn Majah – nadat hij het aan Ibn Majah’s transmissieketen, in Zuaid : In zijn transmissieketen zit Yazid ibn Aban al-Raqashi, en hij is zwak, en in ieder geval hebben we geen geluk in onze bespreking van voorbeelden van enkele van de visioenen die de Heilige Profeet, moge God zegen hem en schenk hem vrede, stak enkele visioenen over, gebruikmakend van de aanduiding van namen in sommige visioenen, wat de juistheid bevestigt van de benadering van sommige van de uitdrukkers als ze soms naar namen vroegen, en uit die hadith : Anas bin Malik zei : De Boodschapper van God, vrede en zegeningen zij met hem, zei : (( I zag op een nacht dat de slaper ziet alsof ik in het huis van Uqba ibn Rafi ben ). We misten Ratab Ibn Tab – een man uit Medina – en ik noemde de tekst van de hadith en zijn afstuderen in ( p. 50), en ik legde uit dat de Boodschapper, vrede en zegeningen van God zij met hem, het eerste obstakel is voor de straf en hief de verhoging , En het is van de afleiding van de namen zoals het tussen is .