Vulva na leed en leed

De opluchting na leed en nood 99 – – Op gezag van Khalid bin Yazid Al-Azdi vertelde Abdullah bin Yaqoub bin Dawood me, hij zei : Mijn vader zei dat de Mahdi me opsloot in een put en er een koepel over bouwde, en Ik bleef daar vijftien pelgrims tot de opvolging van al-Rasheed voorbij was, en elke dag werd mij een brood en een beker water gegeven. Hij leerde de tijden voor gebed. Toen het hoofd van het hoofd van dertien pelgrims in mijn slaap naar me toe kwam en zei : We zijn op Joseph, Heer, dus bracht hij hem uit de bodem van een holte en een wolk om hem heen. Hij zei : ik dankte God en zei : De vagina is gekomen. Hij zei : ik bleef in de buurt en ik zag niets, dus toen het hoofd van het jaar kwam, kwam dat. De volgende zei tegen mij : Moge God hem naar Faraj brengen dat hij elke dag iets heeft in zijn schepping. Hij zei : toen zette ik een cirkel op en ik zie niets. Toen kwam dat na een jaar en zei : Moge het leed waarin ik ben gegaan een relatieve opluchting zijn, dus hij is bang, en de vreemdeling komt. : toen hij Naudet werd, dacht ik dat ik Oozn bid Vdly Li zwart touw en vertelde me : ik zal zijn midden verharden, en ik deed Vokhrgeony toen ik de licht syncope optische Vantlgulwa Pei ontmoette die een compliment over het goede introduceerde en werd verteld : vrede op de commandant van de gelovigen, zei ik : Gegroet de commandant van de gelovigen en Gods genade en zegeningen zijn met jullie , Mahdi zei : ik ben er niet in. Ik zei : Vrede zij met jou, Commandant der Gelovigen, en Gods genade en zegeningen zijn met jou. Oh, Al-Hadi zei : ik ben niet met hem. Ik zei : Vrede zij met u, de Leider van de Gelovigen, en de genade en zegeningen van God. Hij zei : Al-Rasheed, dus ik zei : Al-Rasheed. Hij zei: Ja Jacob, de zoon van David, God kwam voor niemand tussenbeide, behalve dat ik vanavond een meisje voor me op mijn nek droeg, en ik zei dat ik me op je nek droeg en ik viel voor je vanuit de plaats waar ik was. en ik heb je eruit gehaald. Hij zei : eerde me en liep naar mijn stoel. Hij zei : Toen vermomde Yahya bin Khaled me alsof hij bang was dat hij de Commandant van de Gelovigen zonder hem zou overwinnen, dus ik was bang voor hem, dus ik vroeg om de hadj, dus hij gaf me toestemming, en hij woonde nog steeds in Mekka tot hij stierf daar (1).