Sommige van de uitleggers zeiden: Hij die een kikker zag, sprak niet, dus hij zou iemand kunnen uitleggen die woorden had met de visionair die het niet tegen hem kon uitspreken, dus hij zou zijn toestand daarin moeten overwegen. Hij citeerde als bewijs door de uitspraak van een of andere deskundige poëzie : ( De kikker zei in woorden … de wijzen begrepen het ) ( In mijn mond is water, zo is het … Hij die water erin heeft, zal het uiten .