En wie ziet dat hij een kleuterschool is binnengegaan die van iemand anders is en dan door hem binnen wil gaan om een wandeling te maken, dan geeft hij zijn rechtvaardige zitten en hadj met hen aan, en wat betreft het verbranden, ontwortelen of verslinden, hij is geïnterpreteerd zoals hierboven vermeld bij het noemen van de boomgaarden, en evenzo als hij daarin de beesten of de mammoeten van de aarde ziet, en wat betreft de tuin waarin de Boodschapper van God, gebeden God zij met hem, zijn uitdrukking heeft gepresenteerd in de tiende hoofdstuk .