En als hij ziet dat hij aan de poorten van de Haram of aan de poorten van de eervolle kamer staat en vergeving vraagt aan de Almachtige God, dan is het berouw en vergeving voor de Almachtige die zegt: ‘En als ze zichzelf onrecht hadden aangedaan, naar je toe kwam, vraag dan God om vergeving en de Boodschapper voor hen zou God een genadig berouw hebben gevonden . ~