( Wat de schorpioen betreft, het is een zwakke vijand die hem afstoot, en wie ziet dat een schorpioen hem heeft gestoken, dan is hij aan het roddelen over zijn vijand en er overkomt hem iets slechts. Als hij het ziet en het niet steekt, is hij bang ervan, dan zal de vijand hem achtervolgen, en als hij er niet bang voor is, dan acht hij hem niet en doet hij hem geen kwaad. Het vlees van een schorpioen is gekookt, het slaat een klein bedrag op, en als het rauw is, dan komt zijn vijand ermee tussenbeide en zendt er woorden uit