Nadra Abu Al-Qasim bin Al-Alaa

Zeldzaam zei Abu Al-Qasim bin Ala Al-Shaer die ik in een droom zag na de dood van de metgezel Abi Al-Qasim bin Abbad, zeggende: ~Waarom klaag je niet over de metgezel, alstublieft, en over je haar?~ Ik zei: ~Ik was vervloekt door de overvloed van zijn goede daden, en ik wist niet waarmee ik moest beginnen ~ van haar en ik was bang dat ik kleiner zou worden en hij dacht dat ik haar zou kunnen vervullen. Zong . Hij was vrijgevig en voldoende samen in Hafira, dus ik antwoordde hem : Laat elk van hen zich op hun gemak voelen bij zijn broer. Ze lagen levend en omhelsden elkaar, en ik antwoordde hem : Ze liggen in het graf voor een smerige deur, en hij zei : Als de Taureans van hun huis weggetrokken waren, antwoordde ik hem : Ze blijven tot de Dag des Oordeels